Een vijfde inbraakslachtoffers krijgt opnieuw bezoek van inbrekers

Uit nieuwe analyses van het Centraal Bureau voor Statistiek blijkt dat ruim een vijfde van de slachtoffers van woninginbraak binnen een jaar te maken krijgt met een nieuwe inbraak.

De cijfers zijn als volgt: ruim drie kwart van de slachtoffers kreeg één keer te maken met (poging tot) woninginbraak, 15 procent twee keer en 7 procent drie keer of vaker. Deze gegevens zijn door het CBS bekend gemaakt in de Veiligheidsmonitor 2017. Dit is een terugkerend bevolkingsonderzoek naar veiligheid, leefbaarheid en slachtofferschap. De cijfers zijn gebaseerd op een grootschalige enquête onder de Nederlandse bevolking die gehouden is in 2017.

Uit het rapport komt naar voren dat 2 procent van de bevolking aangeeft dat zij in de afgelopen twaalf maanden slachtoffer zijn geweest van woninginbraak of een poging daartoe. Dit zijn naar schatting ongeveer 287 duizend personen. Het aandeel inbraakslachtoffers is in 2017 iets lager dan in 2012. Dit geldt ook voor het aandeel dat binnen een jaar meerdere keren met woninginbraak te maken kreeg, naar schatting 64 duizend personen. In stedelijke gemeenten is er een grotere kans op herhaling van woninginbraak. In niet-stedelijke gemeenten was 16 procent van de inbraakslachtoffers herhaald slachtoffer, in zeer sterk stedelijke gemeenten was dit 28 procent. Het onderzoek toont aan dat herhaalde slachtoffers zich vaker onveilig voelen. 61 procent acht de kans groot dat zij opnieuw slachtoffer zullen worden van woningbraak. Ook voelen slachtoffers van inbraak zich vaker onveilig in hun buurt. 

Bron: cbs.nl